Tot het begin van de 20ste eeuw was Genk een heidegebied met in de lager gelegen gedeelten vijvers en moerassige gebi...
Tot het begin van de 20ste eeuw was Genk een heidegebied met in de lager gelegen gedeelten vijvers en moerassige gebieden. In 1901 werd bij een proefboring evenwel de eerste steenkoollaag ontdekt. Rond de steenkoolmijnen ontstonden cités (de wijken Waterschei, Winterslag en Zwartberg), die een eigen ontwikkeling doorliepen. Zij zijn de reden dat Genk zo’n gekke structuur heeft met een centrum en verspreide woonkernen. In 1966 sloot de steenkoolmijn van Zwartberg, in de jaren 1980 volgden de andere koolmijnen. Het sprookje van het zwarte goud was voorbij, maar gelukkig was het groen ondanks de industrialisering bewaard gebleven. De Genkenaars zelf zijn vogels van diverse pluimage: een derde is van vreemde origine, verdeeld over een zestigtal nationaliteiten. Een bezoek aan Genk kleurt je dag dan ook internationaal!